Met of zonder streepje?
Uithoorn – Zo’n veertig deelnemers aan het Groot Uithoorns Dictee zwoegden vrijdagavond in MFA De Scheg op woorden als causerende, aeronautische en pietje-precies, want moeten die woorden nu met of zonder streepje en moet er wel of geen hoofdletter. Het dictee was geschreven door Ben Voorend en ging volledig over Uithoorn, wat erg in de smaak viel bij de deelnemers.
De tekst werd rustig en duidelijk voorgedragen en daarna uitgelegd door Anton Furnée. Met slechts dertien fouten werd Marinda Vollebregt de winnares en ook team Allememachies mocht de eerste prijs in ontvangst nemen, een gegraveerde pen gedoneerd door kantoorboekhandel Van Hilten, een fles wijn gesponsord door De Wijnschuur en een leuk cadeaupakketje.
Terwijl vrijwilligers zich terugtrokken om de tachtig moeilijke woorden nauwkeurig na te kijken werd er een quiz ter lering en vermaak gespeeld. Amanda, José en Chris moesten het publiek overtuigen dat hun antwoord het juiste was en dat deden ze met veel verve. Ria van Staveren was onbetwist de winnares, want ze had alle antwoorden goed. Een knappe prestatie, want het waren heel uiteenlopende vragen, zoals wat is een kwakel en hoe heette de Irenebrug in oorlogstijd. Ondertussen waren er foto’s van het oude Uithoorn te zien, samengesteld door Jan Verhoek en grappige taalfoutjes die voor de oplettende kijker in het openbare leven te zien zijn.
De presentatie van de avond was in handen van Peter Borghaerts, die ook een gedicht voordroeg, waarschijnlijk zijn laatste, want in februari draagt de dorpsdichter de pen over aan een ander. Tussendoor waren er lekkere hapjes gesponsord Friends, Stijn Melenhorst en Gert Stronkhorst. Hierdoor ging het deze avond niet alleen om het dictee, het was een complete belevenis. Zonder de hulp van alle vrijwilligers was het niet gelukt om er een succes van te maken, dus na afloop ontvingen zij een bloemetje dat was geschonken door Duo Plants. Vrijwel alle aanwezigen waren dan ook enthousiast en hopen op een tweede editie van het Groot Uithoorns Dictee.
En hier dan het dictee:
Groot Uithoorns Dictee
Het was bepaald geen sinecure om dit Groot Uithoorns Dictee over ons dorp te schrijven. In vroeger tijden ware het eenvoudiger geweest, want Utjehorn, hier niet cryptisch maar in oude spellingwijze geschreven en ooit een insignificant gehucht aan de Amstel, gelegen op het drieprovinciënpunt van Noord-Holland, Utrecht en Zuid-Holland, heeft in de voorbije centennia verschillende groeitransities doorgemaakt.
Het dorp kent nu zelfs een tramhalte “Centrum”, begin- en vertrekpunt van lijn 25. Deze lijn verbindt Amsterdam via Amstelveen met Uithoorn. Nog maar kort geleden vond die verbinding plaats met paard-en-wagen over een pad dat nu Zijdelweg heet. De verbinding over water liep natuurlijk van oudsher via de Amstel, of Aemestelle zoals die vroeger heette.
Uitstappend op de halte “Centrum” sta je meteen oog in oog met een van de uitingen van zo’n transitie, namelijk het oude spoorhuis, destijds gebouwd bij de aanleg van het spoorwegtracé Haarlem – Hilversum van de Nederlandse Spoorwegen. Nu een restaurant met overnachtingsaccommodatie. Vijftig meter verderop zie je, staande op de Wilhelminakade, die prachtige majestueuze rivier de Amstel, ooit nog bevaren door Michiel de Ruiter om volgens de overlevering voor overnachting aan te meren bij het Rechthuis. Links in de verte, noordwaarts kijkend, voorbij de nieuwbouwappartementen -waarvan het schrijver dezes niet duidelijk is of er zich ook vijftigpluswoningen tussen bevinden- met daarachter weer een nieuwe wijk ‘Thamen’, waar voorheen de “Baconfabriek” gevestigd was, licht de azuurblauw-gouden koepel van de Thamerkerk helder op in het zonlicht, dat tevens het stiltemonument op het water belicht. Vanuit die koepel van de kerk heeft de kijker een schitterend weids uitzicht over het pittoreske polderlandschap ten oosten en zuidoosten van het dorp waar, bij helder weer, in de verte de kerktorens van Mijdrecht en soms zelfs Vinkeveen waar te nemen zijn en dichterbij het torentje van het gereformeerde kerkje van Amstelhoek met zijn unieke interieur in de Amsterdamse Schoolstijl. Daarachter zien we de Mennonietenbuurt, waar ooit de synagoge van de in de naoorlogse jaren opgeheven Joodse gemeenschap stond. In onze ooghoeken nemen we de dubbele spitsen van onze Sint-Jan de Doperkerk waar, waarvan we het carillon al lange tijd niet meer gehoord hebben. Richten we onze blik verder zuidwestwaarts dan zien we de voormalige IBM-toren, met daarachter de moderne toren van de rooms-katholieke Sint-Jans Geboorteparochie in De Kwakel en zelfs de hoorns van “de Stier”, zoals de bijnaam luidt van de brug over de Amstel bij Vrouwenakker.
Meer ten westen zien we voorbij de nu bebouwde Legmeer de veiling van Aalsmeer, waarvandaan ‘onze’ bloemen hun weg vinden naar afnemers in binnen- en buitenland, niet zelden via aeronautische weg. Iets noordelijker geven laagvliegende opstijgende en landende luchtvaartschepen de ligging in spagaat aan van Schiphol: vermaledijd door vele slecht slapende bewoners, door anderen omarmd voor hun broodwinning. Met permissie: pro’s en contra’s zijn niet van de lucht.
De Thamerkerk stond oorspronkelijk in het gehucht Thamen dat in 1820, tegelijk met het gehucht De Kwakel, bij het dorp Uithoorn gevoegd werd, aldus in bestuurlijk opzicht één gemeente vormend. Thamen is nu een wijk binnen de gemeente, terwijl de koppige oude kern van het alsmaar uitdijende De Kwakel zich nog manmoedig als eigenstandig, maar geannexeerd antiautoritair dorp manifesteert, waarbij de eeuwenoude verdeling in provincies en bisdommen een bepalende factor lijkt te zijn. Immers, De Kwakel werd sowieso al eeuwenlang betwist door landadel en clerus. Het stuk grond, de driehoek “’t Vrije Noortveen”, viel onder de Graaf van Holland, maar na de ontginningen oefenden de kapittelheren van de bisschop van Utrecht er zeggenschap over uit. De Sint-Jans Geboortekerk van De Kwakel werd na de reformatie bij wijze van bruggenhoofd bewust op het uiterste puntje van deze heerlijkheid gebouwd, zodat de katholieke bewoners aan vervolging konden ontkomen wanneer daar aanleiding voor was. Gewoon snel de vaart oversteken en je was veilig.
De negorij Thamen heeft tenminste één man voortgebracht die veel betekend heeft in de waterbouw in deze contreien: Jacob de Jong werd op 3 december 1767 geboren als zoon van een houthandelaar. Jacob was een bijdetijdse jongeman en een pietje-precies. Aan luiwammesen had hij een broertje dood. Op zijn vijftigste voerde hij als waarnemend schout en secretaris gesprekken met gouverneurs van de provincies Noord-Holland en Utrecht over de vaststelling van de provinciegrenzen. Als dijkgraaf maakte hij zich sterk om de vaarroute Amsterdam-Gouda-Rotterdam bevaarbaar te maken voor grote schepen. De schutsluis bij Bilderdam kwam tot stand door zijn volharding en doortastende bemoeienis.
Even voorbij de Thamerkerk zien we achter verzakte, onooglijke ijzeren traliehekwerken het gehavende geraamte van het Cindu-gebouw, voorheen de Teerunie, de trots van het dorp, die ooit een groot deel van de Uithoornse bevolking heeft geëmployeerd. Verderop ook foeilelijke traliewerken langs de dijk. Achter de hekwerken puin, waartussen zich opmerkelijk genoeg frêle juffertjes-in-‘t-groen en klavertjesvier staande weten te houden en onzelieveheersbeestjes zich ongehaast tegoed doen aan luizeneitjes. Ontwikkelplannen voor een nieuwe wijk op deze plek lopen helaas ernstige vertraging op vanwege de hoge kosten die bodemreiniging met zich mee zou brengen.
Weet u het nog? We kwamen uit lijn 25 en staan nu aan de Amstel. De met fraaie graffitikunstwerken versierde stutmuur van het viaduct voor de buslijn naar het Utrechtse ontneemt ons helaas het zicht op de “Fauteuil”, een artistiek beeldhouwwerk om in te zitten en weg te dromen bij de Amstel. Overigens zij hier vermeld dat alle kunstobjecten in onze gemeente te bezien zijn op de site www.cpuk.nl van het Cultuurplatform Uithoorn / De Kwakel.
Wij staan namelijk bij het oude beurtschipperskantoor, nu restaurant Hertog Jan op ‘t Water. Honderd jaar geleden kende Uithoorn nog drie grote wekelijkse markten op de Wilhelminakade: de kaas- en botermarkt, de zaad- en granenmarkt en de veemarkt. Beurtschippers vervoerden naast vee, grote hoeveelheden kaas en zuivel naar Amsterdam. Daarbij ging bijwijlen weleens iets mis. Panikerend vee belandde soms zelfs in de Amstel. Wanneer er betaald werd gingen soms passagiers mee. Als ‘varkens’ wel te verstaan, want personenvervoer werd niet gefiatteerd.
Onder het viaduct door lopen we richting de Thamerkerk, maar daar zijn we zojuist geweest. We lopen nu quasinonchalant de tegenovergestelde richting in naar de Wilhelminakade.
Veel van de oude panden zijn nu verdwenen. We lopen tussen een moderne jachthaven en een diversiteit aan horecagelegenheden door. Geen acquisiteurs nodig hier om clientèle te werven. De terrassen zitten vol gezellig causerende mensen die geen weet hebben van hoe het eraan toeging in de Tweede Wereldoorlog. De mensen die hier toen woonden, deportaties van Joodse Uithoornaars, het Uithoornse verzet… Wie heeft er nog weet van de oude Van Hilten, een van de drijvende krachten achter het illegale blaadje “De Luistervink”? Het pand is er nog en de naam prijkt ook nog steeds op de gevel. Kleinzoon Wouter bestiert er nu een kantoorboekhandel.
We passeren de nieuwe bibliotheek met naast de ingang een prachtig poëem van dorpsdichter Peter Borghaerts, vanavond hier aanwezig, geschreven ter gelegenheid van de opening in 2022. Het is een moderne bibliotheek. Geheel geïntegreerd naar de huidige ideeën over de plaats van een bibliotheek in de samenleving. Met een breed maatschappelijk aanbod van activiteiten. Het Taalhuis vindt hier onderdak om inburgeraars te seconderen met het Nederlands. En het Boek- en SchrijfPlatform Uithoorn, vanavond verantwoordelijk voor het dictee, geeft hier maandelijkse creatieve schrijf- en dichtworkshops.
Aan het eind van de kade passeren we het beeld “de Kaashandelaren” welk ons eraan herinnert dat hier ooit een zeer goed gedijende kaasmarkt gehouden werd. Boter en kaas werd hoofdzakelijk vanuit De Kwakel en het achterland aangevoerd. Platbodems bevoeren de Kleine Drecht, nu nog slechts een sloot langs de Drechtdijk, met zuivel of vee via het “Gat van Schelling” naar de markt in Uithoorn. De Boterdijk ontleent hieraan zijn naam.
De Kaashandelaren staat bij het voormalige raadhuis van de gemeente. Nu herbergt het restaurant Geniet aan de Amstel met aan de achterzijde een groot terras aan het water en biedt het onderdak aan maandelijkse Open Voordrachten en boekpresentaties van Uithoornse schrijvers en dichters. In de gevel zien we een gebakken plaquette: de barmhartige Samaritaan, met in de rechterbovenhoek het wapen van Vierlingsbeek, geschonken door de inwoners van dit in de oorlog verwoeste Brabantse dorp als dank voor de hulp van Uithoorn bij de wederopbouw.
Voorbij het restaurant lopen we de Dorpsstraat in. Meteen links zien we het voormalige woonhuis van de Joodse juwelier Wolf Blom met in de gevel ‘Sjalom’ gemetseld. Ertegenover opende de pas drieëntwintigjarige Anna Blok in 1938 haar eerste confectiemodezaak. Met een minimum aan accessoires uiteraard, het was tenslotte crisis. We passeren nu de Blomstraat. Deze straat is vernoemd naar de familie Blom, een sociale en actieve familie in het dorpsleven. Velen van de Joodse gemeenschap zijn er in de oorlog afgevoerd en vermoord. Ook de familie Blom ontkwam niet aan deze nazipraktijk. Overigens overleefde de juwelier zelf de kampverschrikkingen en zette zich weer volledig in in het Uithoornse. De straatnaam is een hommage aan deze familie. In 1947 werd de gedecimeerde Joodse gemeenschap in Uithoorn, waarvan de synagoge in de Mennonietenbuurt stond, ontbonden en toegevoegd aan Amsterdam.
We gaan verder en komen aan bij de Raadhuisstraat. Links zien we de Irenebrug, in de Tweede Wereldoorlog omgedoopt tot Admiralenbrug, want de bezetter achtte die herinneringen aan het koningshuis niet gewenst. Om diezelfde reden werd de Wilhelminakade de Thamerkade en de Beatrixlaan de Cornelis Tromplaan.
Hier beëindigen we vandaag dit eerste Groot Uithoorns Dictee. Uw formulier wordt nu opgehaald om te worden nagekeken terwijl u even kunt ontspannen met een drankje en hapje alvorens u weer in te spannen voor de pubquiz. Daarna volgen de uitslagen en de prijsuitreiking.
Wij hopen dat u een gezellige avond hebt gehad en hopen tegelijkertijd u ook bij een volgende editie te mogen begroeten, want het verhaal Uithoorn is nog lang niet af.
Onze dank gaat uit naar
- wethouder José de Robles voor zijn bereidheid om deze avond mede tot een succes te maken,
- Anton Furnée, programmeur bibliotheek Amstelland voor zijn voordracht van de tekst,
- de vrijwilligers die zich enthousiast aanmeldden,
- dorpsdichter Peter Borghaerts voor de presentatie,
- Jan Verhoek voor zijn fotopresentatie op het beeldscherm,
- cafétaria Friends voor het bittergarnituur,
- Alexanderhoeve Stijn Melenhorst voor de kaashapjes,
- Keurslager Stronkhorst voor de worsthapjes,
- Duo Plant voor de bloemen,
- medewerkers van MFA De Scheg voor de voortreffelijke verzorging van de avond,
- en natuurlijk naar u, de deelnemers.
Conny Vos, journalist
Ben Voorend, coördinator Boek- en SchrijfPlatform Uithoorn (BSPU)
Bronnen
-‘Sporen van oorlog’, door Chris Woerden; verschijnt medio 2025
-‘Ut Quakeltje’, magazine voor begunstigers van Stichting De Kwakel Toen & Nu
-Google